Eind januari telde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 328,4 miljard
euro op de spaarrekeningen. Dat is 16 miljard euro meer dan januari vorig
jaar en tevens het hoogste totaal aan spaartegoeden ooit gemeten.
Veel mensen houden nu het economisch wat minder gaat liever de hand op de
knip, legt een woordvoerder van het statistiekbureau maandag uit. Hij wijst
erop dat de consumptie van huishoudens sterk terugloopt.
Vergeleken met december vorig jaar kwamen de spaartegoeden 4,8 miljard hoger
uit. "Dat hoge bedrag wordt voor een groot deel verklaard door de
eindejaarsuitkering die veel Nederlanders ontvingen. In januari is er
daardoor elk jaar een piek te zien", aldus de zegsman.
Spaarparadox: lenen én sparen
Nederlanders zetten al ruim twintig jaar steeds meer geld op de bank. Tussen
1990 en 2012 groeiden de spaartegoeden van Nederlanders ieder jaar. Begin
jaren negentig kwam er jaarlijks een bedrag ter waarde van pakweg drie
procent van het beschikbaar inkomen bij. In latere jaren steeg dat
percentage naar ongeveer zes procent.
Maar in dezelfde periode stopte Nederland met sparen, schreef
Z24’s Mathijs Bouman onlangs. De vrije besparingen (dus exclusief
verplichte pensioenpremies), bedroegen in 1990 nog meer dan negen procent
van het beschikbaar inkomen. In de jaren erna daalde dit percentage gestaag.
In 2000 waren de vrije besparingen voor het eerst negatief: Nederland
ontspaarde: er werd meer geleend dan gespaard.
De verklaring die De Nederlandsche Bank daarvoor geeft is dat de overwaarde op
het huis massaal werd verzilverd. Daardoor konden huiseigenaren meer
uitgeven dan zij aan inkomen binnen kregen. En ze konden daarboven zelfs nog
geld opzij zetten op een spaarrekening.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl